Organische versus anorganische mineralen

Organische versus anorganische mineralen

Over paardenvoeding valt eindeloos veel te leren en te delen.

Toch zien we ook regelmatig verwarring ontstaan door tegenstrijdige informatie en marketingverhalen die niet altijd gebaseerd zijn op wat het paard écht nodig heeft. Eén van die hardnekkige misverstanden is de opvatting dat alle mineralen anorganisch moeten worden aangeboden, omdat ze dat in de natuur ook zouden zijn🤔

Laten we dat even kritisch en helder bekijken.

Hoe zit het écht met mineralen in de natuur?

In de natuur komen mineralen voor in de bodem. Daar worden ze via het bodemleven – bacteriën, schimmels en andere micro-organismen – opneembaar gemaakt voor planten. De plant bouwt deze mineralen vervolgens in haar cellen. Vanaf dat moment zijn de mineralen organisch gebonden. Dat betekent dat het paard, via ruwvoer, voornamelijk organisch gebonden mineralen binnenkrijgt.

En hoe werkt dat in het paard?

Bij herkauwers zoals koeien kunnen anorganische mineralen deels worden opgenomen door de pensflora, waar ze vanaf dat moment ook organisch zijn geworden. En uiteindelijk gedeeltelijk toch opneembaar worden in de dunne darm na het afsterven van bacteriën.

Maar paarden hebben geen pens – hun microbiële fermentatie vindt pas na de dunne darm plaats. En de dunne darm is nu net de plek zijn waar mineralen opgenomen worden in het lichaam. Voor een paard is het dus van belang dat mineralen al in organische vorm aanwezig zijn in het voer, zodat ze effectief kunnen worden opgenomen.

Overdosering en kostprijs

Soms wordt beweerd dat organisch gebonden mineralen tot overdosering kunnen leiden. In werkelijkheid is de opname nooit 100% maar +/- 30% en wordt bij aanvullende voeding altijd gerekend met een veiligheidsmarge en nooit de hele dagelijkse behoefte gedoseerd, althans niet bij Equilin.

Het vermijden van organische mineralen in het voer lijkt in sommige gevallen vooral ingegeven door de wens om de kostprijs van producten te verlagen – een begrijpelijke commerciële afweging, maar niet per se in het belang van het paard.

Samenvattend:

Mineralen zijn essentieel voor de gezondheid van het paard – met name zink, koper en selenium komen vaak onvoldoende voor in ruwvoer.

  • Anorganische mineralen (zoals oxiden en sulfaten) zijn veel goedkoper, maar worden vaak minder goed opgenomen en de opname is ook niet voorspelbaar.

  • Organische mineralen (gebonden aan aminozuren of eiwitten, zoals chelaten) worden beter herkend door het lichaam en hebben een hogere biologische beschikbaarheid en zijn daardoor ook veel duurder en voer je minder van. 

Back to blog